Overzicht financiële ontwikkelingen

Het totale begrotingssaldo na de verwerking van alle mutaties in de zomernota is € 4,634 miljoen voordelig. In onderstaande tabel is het verloop van het saldo opgenomen.

Saldoverloop tot en met zomernota

Bedragen * € 1.000

Mutatie

Saldo*

Saldo begroting na eerste wijziging

-2.308

Kaderbrief 2018

2.308

Saldo na kaderbrief 2018

0

Zomernota

-4.634

* Een negatief bedrag is voordelig

Specificatie van niet resultaatneutrale mutaties

Voor het opstellen van de zomernota 2017 zijn de gevolgen van de meicirculaire van het provinciefonds verwerkt. Daarnaast zijn de meest recente gegevens over autonome ontwikkelingen zoals indexeringen conform het vigerende beleid geactualiseerd. Ook zijn mee- en tegenvallers geïnventariseerd. Al deze mutaties zijn toegelicht bij het betreffende programma in de zomernota.
De tabel hieronder specificeert de niet-resultaatneutrale mutaties in de zomernota 2017. De toelichting daarop is bij de budgettabel per programma opgenomen.

Programma / OD

Onderwerp

Bedrag in € 1.000 min is voordelig

1

Openbaar Bestuur

1.1.1

Algemene kosten GS

-113

Juridische kosten

26

1.3.1

Restantbudget SAIL

100

Website en intranet

56

2

Bereikbaarheid

2.1.1

Verkeersmanagement

18

2.1.2

Energie uit asfalt

60

Onderhoud abri's

315

Steunpunten

-167

2.1.4

Nautisch beheer

-475

3

Water

3.2.2

Grondwater

197

4

Milieu

4.1.2

Bodemsanering

200

Omgevingsdiensten

120

Energiebesparing

27

Dwangsommen

-12

4.2.1

PDEN-H

1.951

5

Ruimte

5.1.2

Crailo

-376

Verpachtingen

400

Kavelruil en verkopen

-1.810

5.3.1

Hoogtij Safe Harbour premie

-129

RON

371

5.3.2

Circulaire economie

890

5.3.4

Stivas

343

6

Groen

6.2.1

Versnipperde gebieden en vaartoeslag

-506

Agrarisch natuurbeheer

847

Goois Natuurreservaat

105

6.3.1

Programma Naar een Rijke Waddenzee

150

7

Cultuur en Welzijn

7.5.3

Huis van Hilde

150

8

Financiën

8.1.1

Rente

187

Beheer en onderhoud panden

150

Provinciefonds algemene uitkering

-604

Provinciefonds doeluitkering

78

Verkoopopbrengst panden

-2.900

Voormalig personeel

59

Meewind

-471

Afrekenverschillen

-4.432

Indexering

582

1

t/m 8

Overige kleinere mutaties

-21

Saldo niet neutrale mutaties

(een negatief bedrag is voordelig)

-4.634

Specificatie van mutaties die voortkomen uit de kaderbrief

In de zomernota zijn ook mutaties opgenomen die voortkomen uit de kaderbrief en effect hebben op het begrotingsjaar 2017. In onderstaande tabel is te lezen, op welke operationele doelen deze mutaties betrekking hebben. De mutaties zijn toegelicht bij de operationele doelen. Daarbij is geprobeerd de toelichtingen zelfstandig leesbaar te houden, zonder de hele kaderbrief te herhalen. Voor uw gemak is tevens een verwijzing opgenomen naar de plaats waar het betreffende onderwerp in de kaderbrief te vinden is. De kaderbrief vindt u hier.

Programma/ OD

Verwijzing naar kaderbriefregel

Bedrag in € 1.000
min is voordelig

2

Bereikbaarheid

1.601

2.1.2

Regel H, Actualisatie PMO

1.208

2.1.4

Regel H, Actualisatie PMO

393

4

Milieu

380

4.2.1

Regel AC, Circulaire economie

380

5

Ruimte

1.430

5.3.2

Regel Ad AC, Dekking circulaire economie

930

5.3.4

Regel T, Cofinanciering Europa POP 3

500

6

Groen

500

6.1.1

Regel Y, Gebiedsakkoord oostelijke vechtplassen

83

6.2.1

Regel Q, Zomerplafond schadeclaims

417

8

Financiën

-1.603

8.1.1

Regel Ad AC, Dekking circulaire economie

-1.610

Regel B2, Eindafrekening Zeesluis

-17.000

Regel C, Actualisatie jaarschijven

22

Regel E, Motorrijtuigenbelasting (MRB)

400

Regel M, Pensioenpremies

1.256

Regel N, Cao

1.300

8.1.2

Regel B1 + eindtotaal, Jaarrekeningresultaat 2016 gedeeltelijk doorschuiven naar 2018 en verder

13.630

Regel C, Actualisatie jaarschijven

399

Eindtotaal

Mutaties kaderbrief

2.308

Instellingsbesluiten nieuwe reserves en kredieten

Instelling nieuwe reserves

Bij de instelling van een nieuwe reserve hoort conform onze financiële verordening een instellingsbesluit. In het instellingsbesluit stellen PS vast, wat het doel, de functie, de looptijd en maximale hoogte is van een reserve en wordt vastgelegd, hoe de besluitvorming over de bestedingen uit de reserve verloopt. PS besluit over het onttrekken en storten in een reserve, tenzij dit in de aangegeven besluitvormingsprocedure in het instellingsbesluit aan GS wordt overgedragen. Voor de functie van een reserve zijn er drie mogelijkheden:

Budgetgerichte reserve

PS besluiten een bepaald bedrag in een reserve te storten en dragen GS op om voor dit geld zo veel mogelijk effect te bereiken, zoals gesteld in het doel van de reserve. Wanneer een geraamd project goedkoper uitvalt of niet doorgaat, blijft het geld in de reserve beschikbaar voor nieuwe projecten. De maximale hoogte van de reserve is het bedrag dat PS ter beschikking stelt. Door nieuwe besluiten van PS kan dit bedrag verhoogd of verlaagd worden.

Doelgerichte reserve

PS stellen een doel vast en besluiten in een reserve precies genoeg te storten, om dat doel te bereiken. Wanneer het vooraf vastgestelde doel is bereikt of een project is afgerond, vallen eventueel overblijvende middelen vrij naar de algemene middelen. Wanneer een project in het geheel niet doorgaat, wordt daarmee het doel niet bereikt en kan daarvoor een nieuw project in de plaats komen. De maximale hoogte van de reserve is gekoppeld aan het bedrag dat het kost om het doel te bereiken.

Egalisatiereserve

PS besluiten jaarlijks een vast bedrag te storten in een reserve voor activiteiten die grote schommelingen in budgetbehoefte hebben, om daarmee een gelijkmatige verdeling van lasten over de jaren te bereiken. De maximale hoogte van de reserve wordt bepaald door het bestedingsplan, dat inzicht geeft in de bestedingen per jaar en de schommelingen daarin.
In de deze zomernota wordt voorgesteld de onderstaande reserves in te stellen.

Reserve Kapitaallasten vaarwegen

Functie

Budgetgerichte reserve

Doel

De reserve heeft als doel toekomstige kapitaallasten van investeringen in vaarwegen binnen programma Bereikbaarheid  te dekken.
In 2016 is het BBV (Begroting, Besluitvorming en Verantwoording provincies en gemeenten) gewijzigd. Een van de wijzigingen is het met ingang van 2017 verplicht activeren van investeringen in activa met een maatschappelijk nut. Daarom is het vanaf 2017 niet langer toegestaan om bijdragen aan een investering ten laste van een reserve in één keer af te schrijven.  In dit kader zijn bij de Begroting 2017 (inclusief meerjarenraming) de begrote investeringsbijdragen ten laste van de reserves verlaagd en zijn deze bijdragen (voor zover reeds in de betreffende reserve aanwezig) aan de betreffende reserves onttrokken en gestort in de reserve Kapitaallasten wegen. Vanuit deze reserve worden de uitgaven in een periode van 25 jaar afgeschreven (zijnde 1/25 jaarlijks). Omdat wegen en vaarwegen in aparte operationele doelen worden verantwoord, wordt voorgesteld voor de Kapitaallasten vaarwegen een aparte reserve in te stellen. Afhankelijk van het soort reserve waaruit de investeringsbijdrage wordt verstrekt, wordt bij het lager uitvallen van de investeringslasten het verschil (tussen de overhevelde en werkelijke bestede bijdrage) teruggestort in de reserve waaruit is bijgedragen of vloeit het verschil terug naar algemene middelen. Het hoger uitvallen van investeringslasten  heeft in principe geen effect op de reserve maar leidt tot een aanvullende kredietaanvraag met bijbehorend dekkingsvoorstel aan PS.

Programma

Programma 2 Bereikbaarheid.

Voeding

De investeringsbijdragen uit bestemmingsreserves, die voor het gewijzigd BBV in één keer ten bate van een project werden afgeschreven, worden vanaf 2017 in de reserve Kapitaallasten vaarwegen gestort.

Looptijd

De Reserve Kapitaallasten vaarwegen wordt in het kader van de nota reserves en voorzieningen geëvalueerd in 2018.
De looptijd is door de aard van de reserve langdurend, omdat het gebruik van de reserve synchroon loopt aan de afschrijvingstermijn van de te dekken investeringen, dus over het algemeen 25 jaar.

Maximale hoogte

De maximale hoogte van de reserve wordt bepaald door de door PS vastgestelde stortingen ten behoeve van de dekking van kapitaallasten.

Reserve Kapitaallasten openbaar vervoer

Functie

Budgetgerichte reserve

Doel

De reserve heeft als doel toekomstige kapitaallasten van investeringen in openbaar vervoer  binnen programma Bereikbaarheid  te dekken.
In 2016 is het BBV gewijzigd. Een van de wijzigingen is het met ingang van 2017 verplicht activeren van investeringen in activa met een maatschappelijk nut. Daarom is het vanaf 2017 niet langer toegestaan om bijdragen aan een investering ten laste van een reserve in één keer af te schrijven.  In dit kader zijn bij de Begroting 2017 (inclusief meerjarenraming) de begrote investeringsbijdragen ten laste van de reserves verlaagd en zijn deze bijdragen (zover reeds in de betreffende reserve aanwezig) aan betreffende reserves onttrokken en gestort in de reserve Kapitaallasten openbaar vervoer. Vanuit deze reserve worden de uitgaven in een periode van 25 jaar afgeschreven (zijnde 1/25 jaarlijks). Afhankelijk van het soort reserve waaruit de investeringsbijdrage wordt verstrekt wordt bij het lager uitvallen van de investeringslasten het verschil (tussen de overhevelde en werkelijke bestede bijdrage) teruggestort in de reserve waaruit is bijgedragen of vloeit het verschil terug naar algemene middelen. Het hoger uitvallen van investeringslasten  heeft in principe geen effect op de reserve maar leidt tot een aanvullende kredietaanvraag met bijbehorend dekkingsvoorstel aan PS.

Programma

Programma 2 Bereikbaarheid.

Voeding

De investeringsbijdragen uit bestemmingsreserves, die voor het gewijzigd BBV in één keer ten bate van een project werden afgeschreven, worden vanaf 2017 in de reserve Kapitaallasten openbaar vervoer gestort.

Looptijd

De Reserve Kapitaallasten Openbaar Vervoer wordt in het kader van de nota reserves en voorzieningen geëvalueerd in 2018.
De looptijd is door de aard van de reserve langdurend, omdat het gebruik van de reserve synchroon loopt aan de afschrijvingstermijn van de te dekken investeringen, dus over het algemeen 25 jaar.

Maximale hoogte

De maximale hoogte van de reserve wordt bepaald door de door PS vastgestelde stortingen ten behoeve van de dekking van kapitaallasten.

Reserve Kapitaallasten groen

Functie

Budgetgerichte reserve

Doel

De reserve heeft als doel toekomstige kapitaallasten van investeringen in Groen binnen programma Groen te dekken.
In 2016 is het BBV gewijzigd. Een van de wijzigingen is het met ingang van 2017 verplicht activeren van investeringen in activa met een maatschappelijk nut. Daarom is het vanaf 2017 niet langer toegestaan om bijdragen aan een investering ten laste van een reserve in één keer af te schrijven.  In dit kader zijn bij de Begroting 2017 (inclusief meerjarenraming) de begrote investeringsbijdragen ten laste van de reserves verlaagd en zijn deze bijdragen (zover reeds in de betreffende reserve aanwezig) aan betreffende reserves onttrokken en gestort in de reserve Kapitaallasten groen. Vanuit deze reserve worden de uitgaven in een periode van 25 jaar afgeschreven (zijnde 1/25 jaarlijks). Afhankelijk van het soort reserve waaruit de investeringsbijdrage wordt verstrekt wordt bij het lager uitvallen van de investeringslasten het verschil (tussen de overhevelde en werkelijke bestede bijdrage) teruggestort in de reserve waaruit is bijgedragen of vloeit het verschil terug naar algemene middelen. Het hoger uitvallen van investeringslasten  heeft in principe geen effect op de reserve maar leidt tot een aanvullende kredietaanvraag met bijbehorend dekkingsvoorstel aan PS.

Programma

Programma 6 Groen.

Voeding

De investeringsbijdragen uit bestemmingsreserves, die voor het gewijzigd BBV in één keer ten bate van een project werden afgeschreven, worden vanaf 2017 in de reserve Kapitaallasten groen gestort.

Looptijd

De Reserve Kapitaallasten Groen  wordt in het kader van de nota reserves en voorzieningen geëvalueerd in 2018.
De looptijd is door de aard van de reserve langdurend, omdat het gebruik van de reserve synchroon loopt aan de afschrijvingstermijn van de te dekken investeringen, dus over het algemeen 25 jaar.

Maximale hoogte

De maximale hoogte van de reserve wordt bepaald door de door PS vastgestelde stortingen ten behoeve van de dekking van kapitaallasten.

Reserve Bodemsanering

Functie

Budgetgerichte reserve

Doel

De reserve heeft als doel toekomstige bodemsaneringskosten te dekken op basis van afspraken opgenomen in het landelijke bodemconvenant 2016-2020. Dit convenant beschrijft de bodemdoelen die de provincie Noord-Holland zal realiseren en de Decentralisatie Uitkering Bodem (DUB) die het Rijk hiervoor beschikbaar stelt.

Programma

Programma 4 Milieu.

Voeding

Op basis van de afspraken opgenomen in het vorige landelijke bodemconvenant 2011-2015 en het huidige bodemconvenant 2016 – 2020 ontvangt de provincie jaarlijks een Rijksbijdrage. In de voorziening Bodemsanering was hiervan nog een bedrag van € 14,065 miljoen beschikbaar. Om administratief technische reden wordt deze voorziening nu omgezet in een reserve. Het doel van de reserve blijft gelijk aan het doel van de voormalige voorziening. Het bedrag in de reserve is bestemd voor afronding van vóór 2015 gestarte projecten en voor de realisatie van de convenantdoelen 2016-2020:

  • de sanering van spoedlocaties bodemsanering
  • gebiedsgerichte aanpak van grondwaterverontreiniging
  • de aanpak van diffuse bodemverontreinigingen (bijvoorbeeld loodverontreinigingen)
  • nieuwe bodembedreigingen
  • nazorg van restverontreinigingen
  • aanpak oude stortplaatsen
  • maatschappelijke saneringen
  • kennis en informatie over bodemkwaliteit bijhouden en beschikbaar stellen.

In het najaar van 2016 is op basis van een evaluatie van de uitvoeringsregeling bodemsanering besloten dat de provincie bodemprojecten van derden zal subsidiëren. In 2017 zal hiervoor een subsidieregeling vastgesteld worden. Deze subsidies worden ook gedekt  uit deze reserve.
Het convenant biedt geen ruimte budget te besteden aan niet-convenant doelen. Het convenant biedt wel de mogelijkheid extra DUB aan te vragen uit het knelpuntenbudget van het Rijk. Wij zijn van plan hiervan gebruik te maken, omdat in de thans ontvangen DUB geen rekening is gehouden met de forse kosten van waterbodemsaneringen.

Looptijd

De Reserve bodemsanering wordt met de uitvoering van de nota reserves en voorzieningen geëvalueerd in 2018. De looptijd is gelet op het BBV onbepaald.

Maximale hoogte

De maximale hoogte van de reserve wordt bepaald door de door PS vastgestelde stortingen ten behoeve van de dekking van de doelen van de reserve.

Instelling nieuwe kredieten

In 2016 is het BBV gewijzigd. Een van de wijzigingen is het met ingang van 2017 verplicht activeren van investeringen in activa met een maatschappelijk nut en over de verwachte gebruiksduur afschrijven ervan. Daarom is het vanaf 2017 niet langer toegestaan om bijdragen aan een investering ten laste van een reserve in één keer af te schrijven. In dit kader zijn van onderstaande projecten de begrote investeringsbijdragen aan de reserves onttrokken en gestort in de reserve kapitaallasten Groen. Vanuit deze reserve worden de uitgaven in een periode van 25 jaar afgeschreven (zijnde 1/25 jaarlijks). Als na afronding van de investering blijkt dat de investeringsbijdrage vanuit de oorspronkelijke reserve lager uitvalt, zal het verschil (tussen de overgehevelde en werkelijke bestede bijdrage) worden teruggestort.
Provinciale Staten hebben eerder besloten tot uitvoering van onderstaande projecten. Omdat deze door bovengenoemde wijziging in het BBV als investeringsprojecten verantwoord moeten worden, moet voor ieder project een apart kredietbesluit aan u worden voorgelegd. Het betreft hier een omzetting van de administratieve verwerking zonder beleidsmatige of budgettaire consequenties.

Binnendoorvaartverbinding Naardertrekvaart-Gooimeer € 9.757.156.

De hiervoor bestemde middelen uit Reserve Groene Uitweg zijn in de Reserve Kapitaallasten groen gestort om vanaf 2018  de kapitaallasten te dekken.

Natuurbrug Zeepoort € 1.000.000.

De hiervoor bestemde middelen uit de Reserve Groen zijn in de Reserve Kapitaallasten groen gestort om vanaf 2018 de kapitaallasten te dekken.

Verbinden en Ontsnipperen (Faunapassages N526 en Franse Kampweg)  € 321.000.

De hiervoor bestemde middelen uit Reserve TWIN-H zijn in de Reserve Kapitaallasten groen gestort om vanaf 2018 de kapitaallasten te dekken.

Ecoduct Zeeweg € 2.696.169 (dekking uit reserve TWIN-H).

De hiervoor bestemde middelen uit Reserve TWIN-H zijn in de Reserve Kapitaallasten groen gestort om vanaf 2018 de kapitaallasten te dekken.